Evaluatie van de wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding
Planning: eind december 2017. Pas 8 maart 2018 kwam een nieuw voorstel van de wet, n.a.v. de evaluatie.
Evaluatie van de wet na 10 jaar is toegezegd aan de Tweede Kamer om na te gaan of de wet voldoet aan de bedoeling van de wetgever. Vanaf 2006 zijn er verschillende onderzoeken gedaan, waaruit blijkt dat de wet complex is. De wet voldoet, maar is te weinig bekend bij zowel de doelgroep als bij professionals. Bovendien wordt maar bij de helft van de doelgroep pensioenverevening aangevraagd op de juiste wijze, waardoor nogal wat pensioengerechtigde mensen in de problemen komen.
Uit deze evaluatie blijkt dat alle betrokken bij een echtscheiding nog steeds steken laten vallen inzake de pensioenverevening. De staatssecretaris zegt toe om voor het einde van het jaar 2017 met de complete evaluatie van deze wet te komen en het kabinetsstandpunt hierover.
Samenwonen zonder notariële acte betekent dat deze vrouwen géén recht op partnerpensioen opbouwen. Ook voor deze groep vrouwen blijkt echter dat hun keuzes vaak overeenkomen met die van gehuwde vrouwen, namelijk dat zij, of er nu wel of geen kinderen zijn, meer uren aan het huishouden en zorg gaan besteden en minder betaald gaan werken.
- Conversie wordt de regel. Dat wil zeggen dat het deel van het pensioen waarop de vragende partij rechten heeft opgebouwd zelfstandig wordt toegekend. Het pensioen wordt rechtstreeks overgemaakt naar de vragende partij en is niet meer afhankelijk van de ex. Dit betekent b.v. dat de uitkering niet meer afhankelijk van het wel of niet behalen van de pensioenleeftijd van de oorspronkelijke verzekerde. Verder voordeel is dat de financiële band tussen de exen definitief is verbroken. Nadeel is dat bij overlijden van de verzekerde geen bijzonder partnerpensioen wordt toegekend, hoewel niet elk pensioenfonds dit uitkeert. Nadeel voor de pensioen plichtige is dat bij het overlijden van de ex het pensioen van de ex niet wordt bijgevoegd bij de pensioen plichtige.
- De periode dat partners ongehuwd samenwonen, geregistreerd bij de burgerlijke stand, telt mee in het aantal jaren dat er pensioen wordt opgebouwd bij een (echt)scheiding. Ook hier is conversie het uitgangspunt. Wanneer samenwonende paren alsnog hun relatie notarieel vastleggen, tellen de samenwonende jaren mee bij het bepalend van het partnerpensioen. Bij het uit elkaar gaan kan een andere pensioenverevening afgesproken worden.
Zie Emancipatie monitor 2016, wordt er consequent gesproken over ‘(gehuwd) samenwonende paren’, en van ‘paar zonder/met kinderen’, b.v. pagina 148, 152 en verder