P#12 Facebook en Twitter op 10 maart 2019
Vervolg vragen van de PvdA in de Eerste Kamer
Zij vragen zich af waarom bijstand voor een alleenstaande lager is dan de armoedegrens
- De PvdA stelt dat vier op de tien vrouwen een inkomen hebben op of onder bijstandsniveau: 950 euro per maand. Dit is lager dan de armoedegrens voor een alleenstaande.*
---------------------------------------------------------------------
* Wat wordt er bedoeld met de armoedegrens voor een alleenstaande? Is dat het netto inkomen van het minimumloon? Navragen bij de PvdA. Zie ook de toelichting op de termen 'economisch zelfstandig' en 'financieel zelfstandig' onderaan deze pagina en de verschillende definities die gebruikt worden om de financiële voortgang van emancipatie te meten.
---------------------------------------------------------------------------------
Waarom werken laagopgeleide vrouwen minder vaak buitenshuis dan hogeropgeleide vrouwen? En waarom zijn laagopgeleide vrouwen oververtegenwoordigd in de kleinste deeltijdbanen? Vinden zij het financieel niet genoeg lonen om (veel uren) te werken, of hebben zij traditionelere opvattingen en ideeën over de rol van vrouwen?
Van de laagopgeleide vrouwen werkt ongeveer de helft buitenshuis en voor gemiddeld 23 uur per week. Bij hoogopgeleide vrouwen is dit 85% en voor gemiddeld 30 uur per week.
De overheid zou graag zien dat vrouwen vaker en voor meer uren per week aan het werk gaan. Omdat laagopgeleide vrouwen weinig werken, valt er in dat opzicht bij hen de meeste winst te behalen.
In dit proefschrift staat de vraag centraal in hoeverre financieel-economische en sociaal-culturele factoren de geringe arbeidsdeelname van laagopgeleide vrouwen helpen verklaren. Daarvoor zijn de gegevens van bijna 2000 laag- en hogeropgeleide moeders en een groep van bijna 1200 laagopgeleide vrouwen geanalyseerd. De resultaten wijzen erop dat - anders dan vaak wordt gedacht - financiële prikkels en opvattingen bijna tot geheel dezelfde invloed hebben op het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen als op dat van hogeropgeleide vrouwen. Weliswaar verdienen lager opgeleide vrouwen minder en hebben ze traditionelere opvattingen, maar beide factoren zijn eigenlijk op vergelijkbare manier van invloed op de arbeidsbeslissingen van vrouwen, ongeacht hun opleidingsniveau.
Het blijkt dat de Overheid en het Centraal Bureau voor de Statistiek uitgaan van verschillende uitgangspunten bij de definitie voor bestaansminimum en armoede. Waarschijnlijk wordt door de PvdA de armoedegrens van het CBS bedoeld, 1045 euro netto per maand.
Het bestaansminimum bij het inkomen wordt in het emancipatiebeleid verbonden met de bijstand. Iemand die meer inkomen heeft dan de bijstand wordt economisch zelfstandig genoemd. (‘Emancipatiemonitor’, 2018, pag 40)
De drempelwaarde van het bestaansminimum is 70 procent van het nettominimumloon, dit is 70 % van het wettelijke netto minimumloon van een alleenstaande (950 euro).
Het CBS doet al jaren onderzoek naar armoede en hanteert daarbij een andere grens voor armoede dan de overheid, namelijk 10 procent meer dan de bijstand, 1045 euro netto per maand. Dit is ‘Het niet veel maar toereikendbudget’ zonder extra’s als internet.
Bij het laatste onderzoek van het CBS ‘Armoede en sociale uitsluiting’, 17 januari 2018, gaat zij uit van een bedrag van € 1.039 netto per maand voor een alleenstaande als grens voor het leven in armoede. Met dit inkomen loopt iemand volgens het CBS het risico op armoede en sociale uitsluiting en mist de aansluiting bij de maatschappij.
Opmerking: Vooral eenoudergezinnen hebben zo’n laag inkomen.
https://youtu.be/SWyo6lz3KhQ
Om het allemaal nog wat ingewikkelder te maken introduceerde de overheid begin 2018 een tweede maat voor het meten van de vorderingen van het emancipatiebeleid, namelijk financiële onafhankelijkheid (TK 2017/2018). Dan zijn de inkomsten (100 procent van) het minimumloon en meer. Voor een alleenstaande is dat 1476,40 euro netto per maand, enigszins afhankelijk van de bedrijfstak. (‘Emancipatiemonitor’, 2018, pag 41)
Het succes van het emancipatiebeleid werd altijd afgemeten of het aantal economisch zelfstandig vrouwen is toegenomen. (70 procent minimumloon, 950 euro netto per maand)
Het verschil tussen beide standaarden is 526,40 euro per maand(!).
Meer vrouwen zijn financieel onafhankelijk, namelijk in 2014 45%, in 2017 2017 50 %.
Ook het aantal economisch zelfstandige vrouwen is sinds 2014 toegenomen van 56,5% tot 60% in 2017.
Deze getallen betekenen dat 10 procent van de vrouwen tussen de 950 en 1476,40 euro netto per maand verdient.