Jacoba van Tongeren, 'juffrouw 2000'

De bonnenkoningin tijdens de oorlog

 Over vrouwen in het verzet tijdens de 2e WO is maar weinig bekend. Ze mochten pamfletten en voedselbonnen rondbrengen, maar van het risicovollere werk zoals aanslagen plegen en distributiekantoren overvallen werden ze uitgesloten. En leiding geven aan een verzetsgroep was al helemaal niet aan de orde.

Een uitzondering hierop was Jacoba van Tongeren, 1903 – 1967, ongehuwd, vanaf 1937 samenwonend met haar hartsvriendin. Haar vader had contacten met de Vrijmetselarij en Vrij Nederland. Vanuit VN werd contact gezocht met haar vader om een spionagenetwerk op te zetten vanwege z’n militaire achtergrond. Hij werd echter in oktober 1940 opgepakt, en toen heeft Jacoba het overgenomen. Lees haar verhaal.

In het voorjaar van 1941 werden vrijwel alle VN-medewerkers gearresteerd, en na een bijna-arrestatie dook Jacoba van Tongeren onder. Kort daarna richtte ze een succesvolle verzetsgroep op, Groep 2000, met circa 140 leden. Jacoba had een code opgesteld waardoor de leden elkaar niet bij naam kenden en niet opgepakt werden.

Bonnenkoningin, activiteiten

Deze verzetsgroep had een brede taakstelling: van het overvallen van distributiekantoren tot het opzetten van EHBO-posten en het regelen van onderduikadressen, maar vooral het regelen van voedselbonnen voor onderduikers. De groep werd deels gefinancierd met geld dat was ingezameld door de Orde van Vrijmetselaren. Van Tongeren werkte samen met bekende verzetsstrijders als Gerrit van der Veen en Frieda Belinfante. Ook bracht ze voedselbonnen rond, wat haar de bijnaam de Bonnenkoningin opleverde. Zij kon de bonnen ongemerkt vervoeren in een speciaal gemaakt vest dat ze onder haar kleding droeg.

Codenaam: ‘juffrouw 2000’

Om ontdekking door de Duitsers te voorkomen ontwikkelde Van Tongeren een code voor groepsleden en onderduikers. Hiertoe zette zij letters om in cijfers; zo was de T de twintigste letter in het alfabet, en werd Jacoba als leidster nummer 20.0.0. Na verloop van tijd werd 2000 ook de naam van de Groep. De Code was beveiligd met een sleutel en de leden van de verzetsgroep spraken elkaar uitsluitend aan op hun codenummer of schuilnaam. Zij kenden elkaars echte naam niet.

Een vrouw kan geen leiding geven
Halverwege 1944 werd Jacoba van Tongeren uitgenodigd voor de Raad van Verzet in Amsterdam. Haar leidinggevende positie riep echter ook weerstanden op. Zo kwam zij in 1944/45 in conflict met VN-hoofdredacteur Henk van Randwijk. Deze wilde de verzetskrant laten fuseren met de succesvolle Groep 2000, aangezien zij immers aanvankelijk één organisatie waren geweest. Van Randwijk wilde zelf de nieuwe verzetsorganisatie leiden, omdat hij meende dat een vrouw dat niet zou kunnen. Van Tongeren weigerde hiermee in te stemmen, omdat dan alle namen en adressen aan de nieuwe organisatie moesten worden overgedragen.
In maart 1945 liep de Groep 2000 groot gevaar: de Sicherheitsdienst (SD) had een inval gedaan in het door hen gebruikte pand aan de Stadhouderskade, waar de sleutel tot de code lag. Ondanks protesten van onder meer Van Randwijk zag Van Tongeren ervan af de knokploeg van Groep 2000 in te zetten – ze vond het te gevaarlijk. Enkele knokploegleden pleegden zonder haar toestemming toch een overval, waarbij een Duitse officier werd gedood. Als represaille werden op 12 maart 1945 dertig politieke gevangenen gefusilleerd bij het Weteringplantsoen. Vanuit een schuilplaats was Jacoba van Tongeren hiervan getuige: ‘Ik huil zoals ik nog nooit gehuild heb, zelfs niet bij het overlijdensbericht van vader, bij de moord op mijn broer. 20 doden door mijn schuld. 20 doden, omdat ik leidster heb willen zijn en faalde. O God hoe haat ik!’ (Van Tongeren, 2015, 227) - later blijkt dat er dertig gevangenen waren doodgeschoten.
 
Weinig bekendheid, valse bescheidenheid
Prins Bernhard, opperbevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten, gaf na de bevrijding hoog op van Van Tongerens leidinggevende capaciteiten. ‘In u zijn tien generaals verloren gegaan’, zei hij haar (Paul van Tongeren, 2015, pag 280) Volgens het getuigschrift dat de Commissie van Beheer van Groep 2000 haar eind 1947 verstrekte, was zij ‘een vrouw met zeer sterke persoonlijkheid, die een eens in het oog gevat doel zal najagen tot het bereikt is. Een Kenau in haar daden, maar met warm vrouwelijk gevoel’ (Paul van Tongeren, 2015, pag 32).

Ondanks deze lovende woorden is Jacoba van Tongeren relatief onbekend gebleven. Redenen hiervoor zijn onder andere bescheidenheid: zij wilde niet pronken met haar verzetswerk omdat zij het vanzelfsprekend vond om mensen in nood te helpen. Bovendien was ze na de oorlog ziek en bedlegerig. In 2013 kwamen haar handgeschreven memoires boven water in het archief van de Vrijmetselarij in Den Haag. Zij liggen ten grondslag aan het boek dat in 2015 over haar is verschenen.

Loe de Jong trok met zijn serie De Bezetting miljoenen kijkers. Tot frustratie van Groep 2000-leden besteedde hij geen enkele aandacht aan hun werk. En ook Henk van Randwijk, de oud-hoofdredacteur van Vrij Nederland, verwees in zijn terugblikken in het Algemeen Handelsblad onder de titel ‘In de schaduw van gisteren’ geen enkele keer naar het werk van de groep. Opvallend, omdat juist hij in de laatste oorlogsmaanden veel met ‘juffrouw 2000’ te maken had gehad.

Haar medestrijders wilden erkenning voor hun verzetsdaden, en dus liet zij zich overhalen een interview te geven aan Trouw. In mei 1965 ontving een broodmagere Jacoba van Tongeren liggend in haar bed de verslaggever, ze was toen al jaren hartpatiënt. 

 

Eindelijk erkenning  

Het aandeel van de Vrijmetselarij inde werkzaamheden van Groep 2000, lezing voor de Amsterdamse Vrijmetselaren Loge op 8 november 1945, 30 blz

Paul van Tongeren (een neef van Jacoba) en Trudy Admiraal, Jacoba van Tongeren en de onbekende verzetshelden van Groep 2000 (1940–1945), Uitgeverij Aspekt, 2015, Amsterdam, ISBN 9789461534835

In Amsterdam Nieuw-West werden woensdag 4 mei 2016 zes bruggen vernoemd naar verzetsheldinnen. De gemeente Amsterdam gaat de borden bij de bruggen binnenkort vernieuwen. De borden zullen dan ook worden voorzien van extra achtergrondinformatie. Zo krijgen ze een QR-code die verwijst naar de lemma's in het Vrouwenlexicon.

De zes vrouwen zijn ook te vinden in het  Vrouwenlexicon en een speciale uitgave van de Stichting 1001-Vrouwen: '101 vrouwen en de oorlog', samengesteld door Els Kloek, 2016.
Jacoba van Tongeren (1903-1967), Frieda Belinfante (1904-1995), Henriette Pimentel (1876-1943),
Hester van Lennep (1916-2000), Henriette Voûte (1918-1999), Hannie Schaft (1920-1945)