Gepubliceerd op 19 mei 2017, Facebook en Twitter
Buitensluiten van vrouwen, enkele voorbeelden uit de Tweede Wereld Oorlog
Over de rol die vrouwen hebben gespeeld in de Tweede Wereld Oorlog in het verzet, is maar weinig bekend. Zo langzamerhand komen er wel ervaringen naar voren waaruit blijkt, dat als vrouwen een zekere 'positie' hebben opgebouwd, ze op het laatste moment niet mogen deelnamen aan activiteiten die volgens mannen meer heldhaftigheid en eer opleveren, zoals bv bij Frieda Belinfante.
Of dat iemand anders het opgebouwde netwerk wil overnemen, omdat een vrouw niet geschikt zou zijn om dat gevaarlijke werk op zich te nemmen, zoals bv Jacoba van Tongeren overkwam.
Jacoba van Tongeren zette Groep 2000 op, een verzetsgroep bestaande uit ongeveer 140 mensen, waar ze voor de veiligheid een codesysteem had opgezet, zodat ze mensen elkaar niet bij naam kenden en de ander ook niet konden verraden.
Halverwege 1944 werd Jacoba van Tongeren uitgenodigd voor de Raad van Verzet in Amsterdam. Haar leidinggevende positie riep ook weerstanden op. Zo kwam zij in 1944/45 in conflict met VN-hoofdredacteur Henk van Randwijk. Deze wilde de verzetskrant laten fuseren met de succesvolle Groep 2000, aangezien zij immers aanvankelijk één organisatie waren geweest. Van Randwijk wilde zelf de nieuwe verzetsorganisatie leiden, omdat hij meende dat een vrouw dat niet zou kunnen. Van Tongeren weigerde hiermee in te stemmen, omdat dan alle namen en adressen aan de nieuwe organisatie moesten worden overgedragen.
Na WO II werd over Groep 2000 verzwegen. Overlevenden namen er geen genoegen mee dat bv Loe de Jong weigende iets over de groep in de archieven en in de televisie-uitzendingen op te nemen.
Ondanks deze lovende woorden is Jacoba van Tongeren relatief onbekend gebleven. Redenen hiervoor zijn onder andere bescheidenheid: zij wilde niet pronken met haar verzetswerk omdat zij het vanzelfsprekend vond om mensen in nood te helpen. Bovendien was ze na de oorlog ziek en bedlegerig. In 2013 kwamen haar handgeschreven memoires boven water in het archief van de Vrijmetselarij in Den Haag. Zij liggen ten grondslag aan het boek dat in 2015 over haar is verschenen.
Loe de Jong trok met zijn serie De Bezetting miljoenen kijkers. Tot frustratie van Groep 2000-leden besteedde hij geen enkele aandacht aan hun werk. En ook Henk van Randwijk, de oud-hoofdredacteur van Vrij Nederland, verwees in zijn terugblikken in het Algemeen Handelsblad onder de titel ‘In de schaduw van gisteren’ geen enkele keer naar het werk van de groep. Opvallend, omdat juist hij in de laatste oorlogsmaanden veel met ‘juffrouw 2000’ te maken had gehad.
Haar medestrijders wilden erkenning voor hun verzetsdaden, en dus liet zij zich overhalen een interview te geven aan Trouw. In mei 1965 ontving een broodmagere Jacoba van Tongeren liggend in haar bed de verslaggever, ze was toen al jaren hartpatiënt.
Frieda Belinfante, dirigent, Joods en lesbisch, raakte betrokken bij de Groep 2000 van Jacoba van Tongeren en werkte van begin af aan voor de Persoonsbewijzen Centrale. Daar hield zij zich bezig met onder meer het vervalsen van persoonsbewijzen en het ondersteunen van onderduikers, waarbij ze zich soms vermomde als man. Samen met anderen bereidde ze maandenlang de aanslag op het Amsterdams Bevolkingsregister voor. Toen het in maart 1943 zover was, besloot de groep dat een overval mannenwerk was, ze kreeg geen rol toebedeeld. Toen diverse leden van haar verzetsgroep kort na de aanslag werden opgepakt, dook Belinfante onder.
Later in 1943 wist ze na een moeizame tocht naar Zwitserland te ontkomen, waar ze in een Nederlands vluchtelingenkamp kwam met 160 andere Nederlandse joden. Juist daar voelde ze zich een beroddelde outcast. Ze startte onder de vluchtelingen een koor.
Toen de AVRO in 1946 een dirigent voor het omroeporkest zocht, kreeg ze te horen: ‘nee Frieda, geen vrouw!’ Mede omdat ze als vrouw niet als dirigent aan het werk kwam emigreerde ze 1947 gedesillusioneerd naar de VS.